
Het sociaal telefoontarief is een verminderd tarief dat sinds 1 juli 2005 door elke telefoonoperator moet toegekend worden aan een aantal categorieën van personen.
Volgende personen hebben recht op het sociaal telefoontarief als hun bruto jaarlijks gezinsinkomen niet hoger is dan de grensbedragen bepaald in de regeling van verhoogde tegemoetkoming in de de gezondheidszorg:
Volgende personen hebben recht op het sociaal telefoontarief zonder inkomensgrens:
Binnen hetzelfde gezin mag er ook niet meer dan één sociaal telefoontarief zijn.
Bij je telecommunicatieoperator (belgacom, telenet, mobistar, ...)
Als je denkt aan de voorwaarden voor het sociale telefoontarief te voldoen, dan moet je je aanvraag indienen bij de telecommunicatieoperator van uw keuze.
Je gegevens worden doorgestuurd naar het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) waar wordt onderzocht of je aan de voorwaarden voldoet. Indien nodig vraagt het BIPT je nog om bepaalde documenten op te sturen.
De telefoonoperatoren moeten minstens volgende tariefverminderingen op hun standaardtarief toepassen:
Activeringskost vaste telefonie: 50 % van het normale tarief;
Wanneer de consument aan eenzelfde aanbieder abonnementsgeld en gesprekskosten, of enkel gesprekskosten verschuldigd is:
Wanneer abonnementsgeld en gesprekskosten verschuldigd zijn door de consument aan verschillende aanbieders: een korting van 23,00 euro per twee maanden op de gesprekskosten. Deze korting moet worden aangeboden door de operator die de gesprekskosten factureert.
Voor de personen die gerechtigd zijn op het leefloon, bestaat het sociale telefoontarief uit de beschikbaarstelling van een voorafbetaalde kaart met een waarde van 3,10 euro per maand. De verbindingen die door middel van die kaart tot stand worden gebracht, worden tegen het normale tarief aangerekend.
Bekijk de website van BIPT voor meer informatie.